Warmoes (Beta vulgaris var. cicla) is een ouderwetse bladgroente, ook bekend onder de naam snijbiet. Hoewel warmoes en snijbiet dus als synoniemen worden gebruikt, zijn de twee niet helemaal identiek. In de (biologische) vershandel doelt men met snijbiet op een variant met veel blad, terwijl warmoes typisch dikke nerven heeft (van warmoes at men vroeger alleen de bladstengels op). In de familie der ganzevoetachtigen is warmoes het stiefkind. Zeer ten onrechte, want eenmaal u met de milde smaak kennismaakt, is de kans groot dat u positieve tot zeer positieve gevoelens voor de groente ontwikkelt. Warmoes heeft een hoger ijzergehalte dan spinazie. Maar daarmee zeggen we eigenlijk niet veel, aangezien spinazie amper 3 mg ijzer bevat per 100 gram, warmoes 4 mg. Vitamine C en calcium zijn wel degelijk goed vertegenwoordigd: respectievelijk met 37 en 87 mg. Van deze groente kun je zowel blad als bladstelen eten.
Om warmoes te koken, en in één moeite een volledige roundup van uw moestuin te bewerkstelligen, adviseerde men in 1669 het volgende:Van deze groente worden blad en bladstelen gegeten, in het algemeen kunt u dezelfde recepten gebruiken als voor spinazie, alleen is de kooktijd iets langer. Goed spoelen en in stukken gaar te stoven. Er zijn tal van verwerkingsmogelijkheden: warmoespuree, warmoes met (kaas)saus, moussaka met warmoes, warmoestaart, enzovoort. Tip: meng een soeplepel versgeroosterde sesamzaadjes in de gestoofde warmoes. En laat uw muskaatnootrasp niet langer onbenut.
Warmoes op Griekse wijze
Warmoesblad met roomsausje